Onze samenleving wordt steeds technologischer met kunstmatige intelligentie, de klimaatvraagstukken waar we een oplossing voor zoeken, de energietransitie noem maar op. Jongeren opleiden in techniek en technologie is belangrijker dan ooit, maar zonder docenten lukt dat niet. We promoten massaal dat leerlingen moeten kiezen voor een opleiding in de techniek, maar als zij dat doen kunnen we hen geen docenten bieden.
In de technische sector zelf zijn onze bèta’s ondertussen ook hard nodig. Studenten worden al geworven terwijl zij nog in opleiding zijn. Studievereniginen worden gesponsord door grote bedrijven. Een school of lerarenopleiding zie je zoiets niet doen.
De animo voor de lerarenopleidingen neemt af. De lerarenopleiding van het technisch beroepsonderwijs wordt daarbij alleen nog deeltijd aangeboden en is bovendien met de komst van PIE (product, installatie, energie) een zwaar traject geworden.
Het behoud van onze docenten verloopt ondertussen niet optimaal. Een groot deel van de docenten die van de opleiding vandaan komt stopt binnen de eerste 5 jaar met lesgeven. Dat geldt ook voor zijinstromers vanuit de arbeidsmarkt. Veel zijinstromers haken af door de werkdruk of omdat zij zich niet gesteund voelen door een school. Dat heeft ook indirect te maken met het tekort, want er is hierdoor minder ruimte voor begeleiding of ontwikkeling. En waar je in het bedrijfsleven in een nieuwe baan begint als junior, heb je als docent vanaf dag één al veel verantwoordelijkheden. Je hebt meteen een volle klas, je moet je meteen bezig houden met beoordelingen, ouderavonden of misschien een mentoraat.
Steeds meer bedrijven zien de meerwaarde van het hybride docentschap en willen daarop actie ondernemen
Al zie je dat de uitstroom van de lerarenopleiding minder wordt, geeft een groot deel van de afstudeerders toch aan belangstelling te hebben voor het onderwijs. Zij zetten geen stappen in deze richting, omdat zij hun vakbaan niet willen opgeven en omdat zij denken hier een tweede opleiding voor te moeten volgen van 4 jaar.
Er zijn nu al flexibele leerroutes mogelijk en er zit bewegingen in het bevoegdheidstelsel. Nu al kun je onder verantwoording van een bevoegd docent als gastdocent 4 uur per week onbevoegd voor de klas staan. Op deze manier kan iemand eerst proberen of het lesgeven iets is. Lesgeven is een vak dat niet voor iedereen is weggelegd.
Je zou als school met een harde kern docenten in de basis kunnen werken met een flexibele schil daarbuiten. Vooral bij het vmbo en mbo kan het interessant zijn om zo nu en dan specialisten in huis te halen zonder een volledige bevoegdheid.
Het lerarentekort vraagt om een andere, nieuwe aanpak
Veel bedrijven zien het als een meerwaarde om hun personeel hiervoor in te zetten, zodat het bedrijf zich positief kan presenteren, maar ook omdat hun medewerkers terugkomen met betere vaardigheden op het gebied van leiderschap en samenwerken.
Het liefst zou je deze puzzel opnieuw willen leggen, want dit probleem vraagt om een nieuwe aanpak, om een verandering. Het vraagt om een regionale samenwerking tussen scholen en het bedrijfsleven. Het vraagt om goede afstemming van de inzet van flexibele krachten. Dat kan vanuit het bedrijfsleven naar een school toe, maar natuurlijk ook andersom. Het vraagt om aanpassingen van hrm-beleid, om een goede roostermaker en om maatwerkoplossingen voor onze nieuwe én voor onze huidige docenten.
Bekijk ook het onderzoek onderwijsdrijfveren: wat beweegt iemand in het onderwijs te gaan werken via ptvt.nl