Het is belangrijk dat de aantrekkelijkheid van de het leraarschap groeit. Momenteel zie je dat de belangstelling voor lerarenopleidingen terugloopt: de cijfers laten zien dat er een enorm tekort aan docenten aan komt. De uitstraling van de lerarenopleidingen is niet best, en het beeld dat van leraren geschetst wordt is niet altijd positief. Daar begint het probleem.

Ik wil studenten de kans bieden iets in onderwijs te doen. Hoe breng je ze na hun schooltijd weer in contact met dat onderwijs? Het liefst zou ik net als een maatschappelijke stage ook een soort onderwijsstage willen inbouwen in het vervolgonderwijs, waar leerlingen een korte periode meedraaien. Daardoor komen ze in contact met het onderwijs en ervaren ze hoe dat is. Veel studenten denken dat het onderwijs niks voor hen is, maar vinden het als ze eenmaal een tijdje meedraaien leuker dan gedacht.

De bereidheid om samen te werken en op elkaar te anticiperen is gegroeid

Zelf ken ik een student werktuigbouwkunde uit Delft die twijfelde over een switch naar wiskunde. Toen ik dat hoorde, heb ik aangeboden acht weken stage te lopen bij de wiskundesectie op mijn school. In samenwerking met de TU Delft hebben we daar een soort minor van gemaakt. Inmiddels is deze student enthousiast geworden over een baan in het onderwijs. Zoiets heeft een impact op microniveau. Maar je ziet dat er op allerlei niveaus iets gebeurt; micro, meso en macro. Dat is ook nodig als je het lerarentekort effectief wil aanpakken.

De afgelopen twee jaar zie ik een ontwikkeling in het contact met het bedrijfsleven en andere opleidingsinstituten. De bereidheid om samen te werken en op elkaar te anticiperen is gegroeid. Zinnen als “dit past niet in het lesrooster” of “hier kunnen we niks mee” hoor je steeds minder. Nu mensen bereid zijn naar elkaar te luisteren, gaan er meer deuren open.

Een voorbeeld: als een ondernemer een stage van 12:00 tot 16:00 uur aanbiedt, waren scholen tot voor kort geneigd te zeggen dat dat niet mogelijk is, omdat de lesdag maar tot 15:00 uur duurt. Dan is het einde verhaal. Terwijl je ook een half-om-half-oplossing kunt zoeken, bijvoorbeeld twee dagen in de week tot 16:00 uur. Dat soort flexibiliteit, van twee kanten water bij de wijn doen, is belangrijk.

Het beeld dat van leraren geschetst wordt is niet altijd positief. Daar begint het probleem

De afgelopen twee jaar heb ik veel zien gebeuren. De radertjes beginnen te draaien, en de klok gaat bewegen. Om echte verandering in gang te zetten, hebben we ook de politiek nodig. Maak bijvoorbeeld regelgeving zodat je studiepunten kunt krijgen voor je onderwijsstage. Daar is nog wel een weg te gaan, en het is een proces van een langere adem. Maar ook hier zie je beweging; er is bereidwilligheid, en dat is de eerste stap. Het urgentiebelang groeit bij iedereen, en daarmee ook de samenwerking.

Zelf zit ik momenteel in een luxepositie: omdat mijn school populair is, lukt het me om genoeg docenten te vinden. Maar ik vind niet dat ik als bestuurder mag denken: mijn school draait wel. Ik zit hier niet aan tafel voor mijn school, ik zit hier voor het onderwijs.